Wij maken gebruik van cookies. U vindt meer informatie in ons Privacy statement.

Een hele leuke grasmat – zo typeerde veehouder Rino van ‘t Schip het gras op zijn percelen in Nes aan de Amstel. Maar het kon vast nog beter.

Daarom vroeg hij twee jaar geleden of bodemcoach Dick Jan Koster met hem wilde kijken naar de bodem. Een slimme zet. Met de opgehaalde adviezen kon hij de grasopbrengst al verhogen. Deze week ging Koster langs voor een nazorgbezoek, om te zien hoe het nu met de bodem is.   

Met een paar snelle bewegingen graaft bodemcoach Dick Jan Koster een 70 cm diep gat in het grasland naast de stallen van Van ‘t Schip, waar zijn 45 koeien staan te dommelen. Het verraadt dat hij dit vaker doet: samen met boeren de bodem onder de grasmat inspecteren. Hoe diep komen de wortels? Zitten er wormen? Loopt het water goed door? Want de bodemkwaliteit bepaalt hoe goed het gras wil groeien. Van ‘t Schip laat de opgediepte grond door zijn handen gaan en knikt tevreden: goed doorworteld, fijne structuur. Wormen laten zich niet zien, maar Koster wijst hem op kleine gangetjes in de klei: ze zijn er zeker wel.

Gezonde bodem, gezonde koeien
In 2019 terug belde Van ‘t Schip met Koster, via het Landbouwportaal Noord-Holland. Dat loket van de drie Noord-Hollandse waterschappen biedt boeren de gelegenheid om kosteloos een deskundige mee te laten kijken naar de bodemkwaliteit. “Ik wilde weten of ik meer gras van mijn percelen kon halen. Ik haal het voer voor mijn koeien het liefst van eigen grond, in plaats van krachtvoer in te kopen.” Koster knikt. “Dat scheelt in kosten en het is gezond voor de koeien. Dat zijn herkauwers en die hebben de ruwe structuur van gras nodig.”  

Minder schade
Bij zijn eerste bezoek aan de percelen van Van ‘t Schip trof Koster een prima bodem aan, maar het kon nog beter. Kijk of je met minder zware machines over het land kunt rijden, was zijn advies. Je rijdt dan minder schade aan de bodem. En kies vooral de juiste tijd om te maaien: niet te snel na regenachtig weer. “Dat is een lastige hoor,“ zegt Van ‘t Schip. “Want als het mooi weer wordt, wil je als boer graag maaien. Maar vaak is de ondergrond dan nog te nat. Dan lijkt het wel goed, maar je beschadigt de bodem op 30 cm onder het maaiveld.” Dus zit de veeboer af en toe op zijn handen. Maar met overtuiging, sinds het bezoek van de bodemcoach.

Optimaliseren
“Ik wist natuurlijk zelf ook wel wat van bodems,” vertelt Van ‘t Schip, “maar een deskundige weet meer. Die komt ook bij andere boeren en kan dus vergelijken.” Een bodemcoach adviseert boeren ook over de bodemchemie. Hoe is het daarmee gesteld? In de bodems van Van ‘t Schip is de chemie nu aardig op orde, zag Koster. Van t Schip is er blij mee. “Als je natuurlijke processen goed gebruikt, is dat goed voor het land, en daarmee goed voor de koe”, zegt hij terwijl hij het gat in het gras weer met aarde vult en aanstampt. “Ik nam het bedrijf van mijn vader over. Je wilt toch zuinig zijn op wat hier al die jaren is opgebouwd.” Koster beaamt dat: “De bodem is het grootste kapitaal van een boer, dus het is belangrijk om die duurzaam te beheren. Dat is beter voor het milieu én voor de portemonnee.”

Inmiddels zijn er meer dan 500 bodemcoachbezoeken gedaan via Landbouwportaal Noord-Holland. Meer informatie over bodemkwaliteit en de mogelijkheid om kosteloos samen met een bodemcoach naar de bodem te kijken staat op www.landbouwportaalnoordholland.nl. Er zijn coaches voor alle bedrijfstakken, van veehouderij tot bollenteelt. Ook voor gratis advies over erfspoeling of gewasbescherming zijn coaches in te roepen. Waterschap Amstel, Gooi en Vechtstreek subsidieert de bedrijfsbezoeken van deze coaches voor boeren in haar beheergebied. Ook geeft ze subsidie voor maatregelen die zorgen voor verbeteren van de bodem- en waterkwaliteit voor een duurzamere bedrijfsvoering.

Auteur en foto’s : Miranda Koffijberg van Communicatiebureau de Lynx, voor Landbouwportaal Noord- Holland