Wij maken gebruik van cookies. U vindt meer informatie in ons Privacy statement.

Levende Sloten In Beeld

Inhoudsopgave

Klimaatsverandering en maatregelen

Klimaatsverandering heeft ook voor het akkerbouwbedrijf ongewenste gevolgen, zoals:

  • In de zomerperiode neemt de overlast van hitte toe voor mens en gewas; 
  • Wateroverlast op percelen (meer afspoeling van nutriënten en GBM);
  • Droogte in de zomer en een tekort aan zoet water (schade aan gewassen, beregeningsverbod, lager waterpeil en droogvallende sloten en oevers).

Rijnland werkt voortdurend aan het klimaatbestendig maken van het watersysteem en past het beheer hierop aan. Als akkerbouwer kunt u ook maatregelen nemen, zoals:

  • Opvangen en hergebruiken van (overtollig) regenwater (proces- en schoonmaakwater);
  • Voorzieningen voor het vasthouden van water (overleg met het waterschap);
  • Goede en gezonde bodem (vasthouden van regenwater, minder effecten van piekbuien);
  • Ondergrondse en bovengrondse regenwateropslag (overleg met het waterschap);
  • Bodemdaling (door veenoxidatie) vertragen om nutriëntenverliezen te beperken. Een mogelijkheid is het aanleggen van een Water Infiltratie Systeem (WIS), een vorm van drainage waarbij de drains tien tot twintig centimeter onder het slootpeil aangelegd worden. In droge perioden wordt het slootwater via de drains in de grond gebracht waardoor de grondwaterstand diep onder dat van het slootpeil zakt. Door de hogere grondwaterstand blijft de bodem vochtig en zuurstofloos, waardoor de afbraak van het veen door oxidatie met ongeveer de helft wordt afgeremd (vraag deskundig advies!);
  • Druppelirrigatie. Een ontwikkeling in de kinderschoenen, maar is kansrijk en wordt steeds meer toegepast. Er is ongeveer 60% minder waterverlies (minder verdamping) en de kans op verzilting van de landbouwgrond wordt kleiner.

Bij het thema's 'Duurzaam bodembeheer' en 'perceel en oeverinrichting' leest u meer over de mogelijkheden voor klimaatsmaatregelen.